Vooral die eigen stijl is volgens de Hoornse van groot belang. „Freerunning is een sport die je grotendeels voor jezelf doet. Je kiest zelf welke onderdelen je doet en gaat daarbij uit van je sterke punten.” Voor Broersen liggen die sterke punten vooral op het gebied van de zwaai elementen, rennen en landen. „Ik kan wel wat salto’s, maar niet heel veel. Tijdens mijn run probeer ik me vooral op een soepele manier over de obstakels te bewegen. Soms gooi ik er een salto tussendoor. Als ik het allemaal goed uitvoer, kan de waardering van de jury goed uitpakken.”
Broersen begon vijf jaar geleden met freerunning en is nu verslaafd aan de sport. „Je raakt nooit uitgeleerd. Dat past wel bij me: een leven lang leren. Ik werk namelijk als onderwijskundig adviseur aan het Leidsch Universitair Medisch Centrum”, zegt Broersen lachend.
Toch is het doorbreken van mentale barrières voor haar de grootste uitdaging. „Soms sta ik gewoon te huilen omdat ik iets niet durf. Als je het uiteindelijk dan toch doet, geeft dat zoveel zelfvertrouwen.” Dat zelfvertrouwen hoopt ze in Boedapest te kunnen gebruiken. „Ik ben er klaar voor en wil mijn beste runs laten zien. Als dat lukt is mijn belangrijkste doel bereikt”, besluit ze.