Sportpsychologie heeft trampolinecoach Mooij gevormd als coach

Voor NLCoach magazine interviewde ik trampolinecoach Sven Mooij uit Alkmaar, die zijn opleiding tot sportpsychoog dagelijks gebruikt tijdens de trampolinetrainingen. In het onderstaande verhaal vertelt hij over zijn opleiding, zijn werk als trampolinecoach en de toekomst. 

Sven Mooij Niamh Slattery

Sportpsychologie heeft trampolinecoach Mooij gevormd als coach

Trampolinecoach of sportpsycholoog? Voor Sven Mooij is er op dit moment geen twijfel mogelijk. Hij is een trampolinecoach in hart en nieren. Eentje met een diploma sportpsychologie bovendien. En juist die combinatie ziet hij als een voordeel. “Mijn opleiding heeft me gevormd tot wie ik ben als coach,” zegt hij.

Het coachen van trampolinespringers is zijn passie, zijn favoriete bezigheid. Dag in, dag uit is Mooij dan ook te vinden in de trampolinehal van trampolinevereniging Triffis Alkmaar. Daar geeft hij training aan top- en breedtesporters. “Of ik de sportpsychologie mis? Ja. Ik ben daar heel erg in geïnteresseerd. Maar ik zou het niet willen inruilen voor mijn leven als trampolinecoach. Het coachen is wat ik het allerleukste vind om te doen. Sterker nog, als ik ergens aanwezig ben in een andere hoedanigheid, dan mis ik het coachen alweer. Als ik twee levens zou hebben dan zou ik me in mijn volgende leven misschien storten op de psychologie.”

Een aantal jaren geleden combineerde Mooij het beste van twee werelden: de sportpsychologie en zijn baan als trampolinecoach bij Triffis. Hij werkte als psycholoog met de jeugd bij AZ Alkmaar en gaf daarnaast elke dag trampolinetraining. “Dat was een superleuke tijd. Een periode die ik echt niet had willen missen. De combinatie was qua tijd vooral een uitdaging. Soms reed ik namelijk wel vijf keer op en neer van de trampolinehal naar AZ en andersom. Dat was eigenlijk te gek voor woorden.”

Voor Mooij was het uiteindelijk één van de redenen om te stoppen met de combinatie van de twee beroepen. “Maar het is wel een waardevolle ervaring voor me geweest. Ik heb daar bij de jongste jeugd dingen opgebouwd, zoals visualiseren of het doen van ontspanningsoefeningen. Dat waren mooie experimenten. Soms gebruik ik dat soort dingen ook weleens tijdens de trampolinetrainingen. Maar ik ben er wel minder bewust mee bezig.”

Gevormd

De trampolinecoach doelt daarmee vooral op het feit dat hij niet meer dagelijks met de psychologie bezig is. “Destijds zat het wel veel meer in mijn hoofd. Nu is dat iets meer naar de achtergrond verdrongen, maar dat betekent niet dat ik er helemaal niet meer mee bezig ben. Nee, die tijd bij AZ en mijn opleiding heeft me juist gevormd tot wie ik ben als coach.”

Wat dat betreft ziet hij vooral ook veel voordelen. “Als ik een sporter iets hoor zeggen dan hoor ik ook wat hij daarmee bedoelt of wat hij eigenlijk zegt. Ik luister misschien op een iets andere manier naar sporters of mensen in het algemeen. Iemand die zegt ‘ik kan het niet’ heeft bijvoorbeeld een andere instelling dan iemand die zegt ‘dat lukt me nog niet’. Dat zegt iets over geloof en ontwikkeling, maar ook over de benadering die nodig is. Daar kun je als coach wat mee.”

Praten met sporters en ze vooral beter maken. Dat is waar Mooij zich dagelijks op focust. “Van mezelf ben ik misschien niet een heel empatisch persoon. Ik ben eigenlijk heel erg nuchter. Maar mijn opleiding tot sportpsycholoog heeft me wel empatischer gemaakt. Ik ben begripvoller en heb meer geduld. Ook ben ik minder streng geworden de afgelopen jaren. Bij elke sporter werkt de ontwikkeling anders en elke sporter heeft andere angsten of problemen. Door mijn achtergrond als sportpsycholoog kan ik daar nu beter op in spelen.”

Veranderd

Het stellen van de juiste (coachings)vragen is voor Mooij daarom ook belangrijk. “Als een sporter een blokkade of een angst heeft dan weet ik wat ik moet vragen. Ik wil de sporter begrijpen en uiteindelijk meer te weten komen over hun gevoel op de trampoline. Of de achterliggende gedachte waarom ze iets eng vinden bijvoorbeeld. Daar heb ik mede door mijn achtergrond wel meer aandacht voor dan gemiddeld.”

Of hij door zijn achtergrond is veranderd als coach, durft Mooij echter niet te zeggen. “In de afgelopen vijftien jaar heb ik wel de ontwikkeling doorgemaakt die ik wilde. Ik ben gegroeid naar een meer coachende rol. Maar of ik door mijn opleiding echt veranderd ben als coach, weet ik niet. Het is een onderdeel van mij en op bepaalde vlakken komt dat ontzettend goed uit. Maar ik weet niet of ik bepaalde dingen wel of niet gedaan zou hebben zonder deze opleiding. Ik zie het vooral als een verbreding van mijn kennis. ”

Toch heeft het misschien ook wel nadelen, denkt Mooij. “Dat ik op deze manier onderlegd ben betekent bijvoorbeeld dat ik die energie niet in andere dingen heb gestopt. In mijn ontwikkeling op het gebied van krachttraining en dergelijke bijvoorbeeld. Misschien ben ik daardoor als coach minder allround, maar toch zie ik geen problemen.”

Mindset

Mooij vindt het persoonlijke aspect van het coachen namelijk het meest belangrijk. “Voor niemand is de training eigenlijk hetzelfde. Het is een individuele sport en elke sporter heeft een eigen trainingsschema. Iets wat werkt bij de een, werkt minder goed bij de ander. De individuele benadering is belangrijk voor de ontwikkeling van de sporter. Wat dat betreft geef ik de sporters ook meer autonomie in de training,” zegt Mooij.

Beter worden begint bij Mooij vooral bij de mindset. “Daar was ik me daarvoor misschien wat minder bewust van. Geloof hebben in jezelf brengt je veel verder. Op zo’n manier luister ik ook naar sporters. Ook tijdens interviews. Tijdens mijn trainingen richt ik me ook op het creëren van de juiste mindset. Over hoe ze de wedstrijden aanvliegen bijvoorbeeld. Want daar zijn verschillende manieren voor, zoals bijvoorbeeld aanvallen of voorzichtig doen.”

Als het voor de ontwikkeling van zijn sporters goed is als ze naar een sportpsycholoog gaan, dan stuurt Mooij ze daar bovendien heen. “Zelf neem ik die rol niet aan. Dat wil ik ook niet. Natuurlijk help ik ze tot op een bepaalde hoogte, maar als ik denk dat er meer nodig is dan verwijs ik ze door. De springers zien mij als coach. Als ik een andere rol aanneem, dan is dat gek. Ik richt me vooral op het
coachen, met af en toe een stukje psychologie tussendoor,” lacht hij.

De PDF-versie van het artikel uit NLCoach magazine lees je hier

Jimmy Demmers en Sven Mooij