Trampolinecoach Nazar vecht elke dag voor haar doel

Begin 2018 interviewde ik trampolinecoach Melissa Nazar voor NLCoach Magazine. Met haar sprak ik over bewogen jaren in de trampolinesport, maar vooral ook over de toekomst. 

Het hele verhaal lees je hieronder. 

Melissa Nazar

Trampolinecoach Nazar vecht elke dag voor haar doel

Eind 2017 werd trampolinecoach Melissa Nazar (27) uitgeroepen tot Sportcoach van het Jaar in Haarlem. Het was een bekroning op haar prestaties als coach, maar bovenal een bevestiging. Een bevestiging dat ze moet blijven doen wat ze het liefste doet: trampolinespringers lesgeven. Ook al is elke dag voor haar een gevecht.

Voor Nazar waren de afgelopen jaren immers allesbehalve makkelijk. Twee van haar springers liepen ernstige blessures op. Mel van der Kolk, Nederlands juniorenkampioen in 2016, liep eind 2015 een zware beenbreuk op tijdens een toernooi in Portugal.

Slechts een paar weken later liep trampolinetalent Milou Bosscher een dwarsleasie op. “De ongelukken waren dicht op elkaar en beide op hun eigen manier heel intens. Die van Mel was heel traumatisch en heftig, bij Milou was de consequentie heel groot. Dat maakt het mentaal heel zwaar.”

Twijfel

Elke dag krijgt Nazar daarom weer te maken met een gevoel van twijfel. Het valt haar zwaar om dag in, dag uit in de trampolinehal te staan. “Ik heb niet elke dag plezier in wat ik doe, maar trampolinespringen zit zo diep in mijn hart. Ik droom ervan om als coach naar de Olympische Spelen te gaan. Dat is wat ik wil. Zonder dat zal ik ook niet stoppen. Daarom ben ik bereid om dagelijks een gevecht aan te gaan,” vertelt ze.

De terugkeer in de trampolinehal was echter niet vanzelfsprekend. Na het ongeluk van Bosscher duurde het drie maanden voor ze weer voet in de trainingszaal zette. “Ik moest er tussenuit. Het was allemaal ontzettend zwaar en na het ongeluk van Mel denderde ik in eerste instantie maar door. Dat ging na het ongeluk van Milou niet meer.”

Ze had het zwaar, wist op sommige dagen niet waar ze het plezier zoeken moest. “Ik ben niet zo’n prater, dus ik heb het allemaal best wel opgekropt. Ik heb veel gehad aan de mensen om me heen. Bovendien ging ik twee keer per week naar Milou. Dat hielp in de verwerking.”

Band

Nazar omschrijft zichzelf als een emotionele coach, een coach die zich bovendien graag richt op het individu. Haar band met haar springers, onder wie Van der Kolk en Bosscher, is sterk. “Soms zit me dat weleens in de weg. Maar ik voel me altijd verbonden met mijn springers. Ik denk niet: dat is gebeurd, ik moet nu verder. Ik voel me emotioneel betrokken.”

Regelmatig kreeg Nazar commentaar van buitenstaanders. Ze vonden dat ze verder moest, dat ze zich niet te veel moest laten leiden door de ongelukken. “Ik heb geleerd dat ik moet kijken naar wat ik wil. Mijn band met Milou is bijzonder. Het is niet confronterend als ik haar zie. Nee, zij maakt me sterker.”

Ze vraagt Bosscher in tijden van twijfel zelfs weleens om advies. “Dan bel ik haar bijvoorbeeld. Zij helpt me, op haar eigen manier. Het belangrijkste is dat zij me begrijpt.”

De afgelopen jaren kwam Nazar er immers achter dat er weinig mensen zijn die kunnen meepraten over gelijke situaties. “In topsport moet je soms ook niet te emotioneel zijn, vooral niet als coach. Er wachten immers nieuwe doelen en je hebt nog een groep andere springers waarvoor je klaar moet staan.”

Emoties van de coach

Dat beaamt ook klinisch psycholoog Paul Wylleman, prestatiemanager prestatiegedrag bij TeamNL. “Er wordt in topsport vaak weinig rekening gehouden met de impact die een ernstig ongeval kan hebben op de coach. Vaak wordt verwacht dat een coach sterk is, dat hij of zij het dagelijkse leven gauw weer oppakt.”

Maar het oppakken van het ritme is niet vanzelfsprekend na een ernstig ongeval. “Een coach wordt meteen al geconfronteerd met hele sterke emoties. De sporter denkt vaak aan zijn of haar revalidatie en comeback, wat het emotionele verwerkingsproces soms verstoort. De coach moet alles al gauw op een rijtje krijgen. Daar is tijd voor nodig,” vertelt Wylleman.

Het aanvaarden van de situatie is wat dat betreft vaak de eerste stap. “Je moet toestaan dat er iets is gebeurd. De vraag is hoe je dan weer terugkeert naar de dagelijkse realiteit. Het is vaak moeilijk om evenwicht te vinden tussen het uiten van je emoties en het aanhouden van de dagelijkse structuur.”

Het verwerken van emoties rondom ongelukken doet iedereen bovendien op zijn eigen manier. “Het is belangrijk dat je de mogelijkheid krijgt om die emoties te uiten. Een eerste stap kan een moment met collega coaches en eventueel sporters zijn, waarbij de vrijheid krijgt om al dan niet de emoties te uiten.”

Praten over de ongelukken, over emoties. Trampolinecoach Nazar deed het liever niet. Maar ze wist ook dat ze niet kon weglopen voor de realiteit. “Het was niet alleen mijn probleem. Ook dat van mijn familie, mijn thuisfront, mijn andere sporters.”

Mentale klap

Nazar kreeg EMDR-therapie om de eerste laag van het trauma weg te halen en zocht later hulp bij een professionele psycholoog. “Ik praatte het liefst met iemand die me iets kon geven, een professional. Verder had ik veel steun aan liefde om me heen.”

Gesprekken voeren met betrokkenen, familie en uiteindelijk een psycholoog. Volgens Wylleman is het een logische volgorde als het om verwerking gaat. “Direct na het voorval kan iemand die van de situatie afweet zeker al een luisterend oor bieden. Dit vervangt uiteraard niet de professionele begeleiding door een psycholoog.”

De begeleiding van een professional is volgens Wylleman immers belangrijk. “Vooral als het om raadgeving en begeleiding bij crisis of trauma gaat. Of als er gezocht moet worden naar een manier van verwerking en de terugkeer naar het dagelijkse ritme.”

Bonden en coaches kunnen wat dat betreft altijd een beroep doen op TeamNL, vertelt Wylleman. “Vanaf begin 2014 hebben we ons ook gefocust op de begeleiding van coaches. Ze kunnen bij ons terecht als ze steun op psychologisch vlak wensen. Dit jaar werken we aan een mastercoach programma. In dat programma richten we ons op het mentale welzijn van atleten en coaches. Wat doe of zeg je bijvoorbeeld als iemand een zware blessure of een verlies heeft meegemaakt? Of hoe pas je een vorm van mentale EHBO toe? Dat is waar we nu de focus op leggen.”

Mental coaching

Volgens Nazar is die mentale EHBO, maar ook een stukje blessurepreventie een welkom onderdeel voor de trainerscursussen. Maar ze weet ook dat een ongeluk altijd in een klein hoekje zit. “Beginnende coaches weten vaak weinig over het voorkomen van ongelukken. Het zijn kleine tips die zij nodig hebben, waardoor je veel kunt voorkomen. Als je dat soort handvaten kunt geven aan trainers zou dat
zeker een meerwaarde zijn.”

Het draait echter niet om blessurepreventie alleen. “Ook het mentale vlak zou meer besproken moeten worden. Voor de atleten, maar zeker ook voor de coaches. Want hoe ga je als coach eigenlijk om met ernstige blessures? Het is belangrijk om daar meer over te praten.”

Mentale klappen kunnen immers een behoorlijke impact hebben op het leven van de coach, zo weet Nazar. Naar eigen zeggen is ze de afgelopen jaren veranderd. Als persoon, maar zeker als coach. “De onbevangenheid is weg. Eventjes iets doen is er niet meer bij. Ik moet alles tegenover mezelf kunnen verantwoorden.”

Af en toe denkt ze nog weleens terug aan de ongelukken die ze meemaakte. “Als ik iets geleerd heb dan is dat dat er hele gekke dingen kunnen gebeuren. Ik hoop dat ik daar nu de controle over heb.”

Weg met hobbels

De afgelopen twaalf jaar heeft Nazar daarover al veel geleerd. Haar loopbaan begon ze omstreeks 2006, toen ze switchte van zelf springen naar lesgeven. “Ik houd van mijn werk, in de puurste vorm. Ik doe het niet om te kunnen zeggen dat ik een topsportcoach ben. Ik doe het omdat ik doelen heb. Uiteindelijk komt alles wel op je pad.”

Weglopen voor de realiteit wil ze daarom ook niet meer. “Nee, ik moet het allemaal aangaan. Tijd is wat dat betreft een leidend woord. De meeste wonden vervagen met de tijd. Dat zal bij mij ook zo zijn. Ik heb mezelf de afgelopen jaren echt leren kennen, ken mezelf beter dan ooit. Ben ook realistischer geworden: plezier hebben in mijn werk staat voorop. Genieten van de weg naar mijn doel, de Spelen, is het belangrijkste.”

Ze is doelbewuster geworden en Nazar weet wat ze wil. Het is de belangrijkste houvast op weg naar haar doel, de Olympische Spelen. “Ik krijg voldoende steun. Maar ik weet ook dat ik sterk genoeg ben voor deze wereld. Het zwaarste in mijn werk heb ik immers al meegemaakt.”

In 2018 hoopt de trampolinecoach wat dat betreft op wat meer rust. “Ik hoop dat ik het jaar eens kan ‘beleven’ zonder steeds stijf te staan van wat er allemaal gebeurt,” besluit ze.

Een PDF-versie van het artikel uit NLCoach magazine kun je hier downloaden