7 januari 2020

Altijd maar op vakantie

Voor de Stichting Nederlandse Sport Pers (NSP) schreef ik begin 2020 een column over sportjournalistiek en altijd  op reis (of ‘vakantie’, zoals het door vrienden of familie ook weleens wordt genoemd) zijn. 

De column lees je hieronder. 

Lisa Deen Rio 2016

Altijd maar op vakantie

Eindelijk, het is zover. 2020 is begonnen. En 2020 is niet zomaar een jaar. Het is een Olympisch jaar. En natuurlijk ook het jaar van het EK voetbal, de Formule 1 in Nederland en nog zoveel meer. Voor de sporters, maar zeker ook voor de sportjournalisten, is 2020 een mooi en belangrijk jaar.

De diverse (kwalificatie)toernooien en uiteindelijk de Spelen staan in onze agenda’s geblokt. ‘Die tripjes naar toernooien zijn toch ook een beetje vakantie?!,’ zei een vriendin me laatst. Daarmee wilde ze zeggen dat ik naast de sportevenementen geen ‘reguliere’ vakantie (je weet wel, zo eentje waarbij je helemaal niets hoeft) meer hoefde te boeken.

Je had mijn gezicht moeten zien. Nog net niet op onweer, maar vooral heel verbaasd. Het is een uitspraak die ik wel vaker hoor en tijdens de periode van de feestdagen vaak nog net iets meer. Terwijl iedereen rond de feestdagen alweer nadenkt over de (zomer)vakantie, denk ik juist aan de toernooien die op de planning staan.

Die tripjes naar het buitenland, de ene keer naar plekken waar je liever nooit (meer) komt of juist naar een prachtig oord, kun je echter niet echt een vakantie noemen. Natuurlijk, het klinkt leuk: Lisa gaat naar die en die stad voor dat en dat toernooi. Maar echt veel van die stad zien we niet hoor, echt niet. Superveel vrije tijd? Uhm, nee. Je zegt tegen een vrachtwagenchauffeur die een ritje naar België of Frankrijk mag rijden toch ook niet dat hij op vakantie mag? Nee, hij brengt keurig de vracht naar de plek van bestemming en kachelt naar huis.

Zo zijn tripjes in binnen- en buitenland voor ons als sportjournalisten ook heel normaal. We zijn ter plekke om de mooiste verhalen te maken en interviews te doen. Soms zijn we wekenlang op reis voor een bepaald toernooi. Zo zat ik bijvoorbeeld in de zomer van 2019 liefst zeven weken in Peru voor de Pan American en Para-Pan American Games. En tijdens de Spelen van Rio en Londen was ik ook ruim zes, zeven weken van huis.

Mij hoorde je niet klagen. Ik werk ontzettend graag tijdens dat soort grote sportevenementen. Tijdens die zeven weken in Lima (Peru), heb ik één weekje ‘vakantie’ gehad. Tussen de Pan Americans en de Para-Pans was dat. Er was even tijd om onder andere de Machu Pichhu te bekijken, maar daarna was het weer full-on.

Afgezien van die korte rustperiode waren we dag in, dag uit aan het werk. Regelmatig met dagen van vijftien (of meer) uur in de sporthal. En in het geval van Peru leefde ik op sommige dagen slechts op water, crackertjes en koekjes uit het mediacentrum, omdat er verder geen eten te vinden was.

Als iemand dat als een vakantie ziet, dan nodig ik diegene graag uit om het ook eens uit te proberen. Het is namelijk niet alleen maar ‘lekker’ sport kijken. We hebben te maken met deadlines, met slechte internetverbindingen, met marathons naar de mixed zone en lange werkdagen.

Vaak zien we bovendien niet meer dan de sporthal en ons hotel. Heel soms – bijvoorbeeld na  uitschakeling van de sporters die je volgt – is er wat tijd om wat van de stad of het land te zien. Of als je wat tijd aan je tripje vastplakt. Maar over het algemeen zijn we gewoon aan het werk.

Natuurlijk voelt het goed om even in een andere omgeving te zijn. Soms geeft dat ook net wat meer energie. Maar om het verslaan van een sporttoernooi als een soort vakantie te beschouwen, dat gaat te ver.

Als sportjournalisten zijn we daarom niet ‘altijd op vakantie’, maar vaak/altijd op ‘werkreis’. En daar geniet ik enorm van. Dat ik door mijn werk de meest bijzondere landen en steden mag bezoeken en ook nog eens de mooiste sporttoernooien mag verslaan, dat is geweldig.

Voor mij voelt het daarom ook niet altijd als werken. Nee, ik heb juist ontzettend veel plezier in die tripjes. Maar soms…. wil ik na thuiskomst ook wel eens ‘echt’ op vakantie. En ja, dat is dan misschien een beetje tegenstrijdig. ‘Je bent toch net op reis geweest?’, hoor je dan.

Ja, dat is zeker waar. Maar echt relaxen doe je pas zonder werk. Lekker, met een boekje op het strand. En dan betrap ik mezelf erop dat ik alsnog sport gerelateerde boeken lees….. Ha.

Scorestress bij de EK turnen in 2017