Inmiddels focust de 34-jarige coach zich volledig op het Nederlandse team, waar hij in 2017 werd aangesteld als assistent-bondscoach en hoofdcoach van de ploeg onder 2020. Die baan volgde na een geslaagd WK voor junioren in 2016, waar hij actief was als assistent-coach. “Dat toernooi was voor mij een soort van test. Al snel daarna heeft Arno me gevraagd om assistent-bondscoach te worden. Voor mij is het de beste baan ooit. Elke hoop ik me te ontwikkelen en dat wil ik ook bij de ploeg terugzien. Ik ben echt gelukkig hier en ben onderdeel van een mooi proces.”
Hij noemt ‘het proces’ ook wel een soort magisch woord: een groep begeleiden in verschillende aspecten is volgens de assistent-bondscoach immers het mooiste dat er is. “Natuurlijk dromen we van mooie resultaten, maar voor mij is het proces vooral heel belangrijk. Of dat nou goud oplevert of niet. Waterpolo is een belangrijk onderdeel in het leven van de sporters, maar het is ook belangrijk om te blijven kijken naar alles daaromheen. Wie ben je, wat doe je, waarom doe je dat en hoe wil je je doelen bereiken? Ik vind het mooi om zo’n proces te doorlopen en vind het geweldig om jonge sporters dingen bij te brengen.”
Het werk is voor Doudesis als coach daarom ook nooit klaar: het liefst is hij vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week bezig met zijn favoriete sport. “Ik denk de hele dag aan waterpolo en aan hoe we nóg beter kunnen worden. Eerlijk gezegd heb ik nooit durven dromen dat ik een coach zou worden. Maar ik was op het juiste moment op de juiste plaats en heb mijn kansen gegrepen. Misschien ben ik wel een geboren coach. Maar wel eentje die nog heel veel moet leren. En daar ga ik volledig voor. Als ik ooit stop, wil ik dat ik van toegevoegde waarde zijn geweest voor het Nederlandse waterpolo,” besluit hij.
Het artikel is hier als PDF-file te downloaden. Bron: NLCoach.