Toch plaatst Mooij dat ook in perspectief. „Ik begrijp dat de binnensport lager op de prioriteitenlijst staat dan de economische consequenties en de medische gevolgen van het virus. Daar heb ik alle begrip voor. Maar voor sporters is zo’n periode ontzettend lastig. Zo lang zonder training voelt alsof je ontwikkeling stil ligt.’’
Na drieënhalve maand zonder training op de trampolines zullen de springers van de Noord-Hollandse topclub weer vanaf nul moeten opbouwen. „Eigenlijk is het net alsof je een blessure hebt gehad: je ligt er lang uit en krabbelt langzaam weer op. Het duurt wel weer even voordat ze allemaal weer op niveau zijn. En dat terwijl sommige springers er vóór de lockdown lekker inzaten.”
Een van die springers is Niamh Slattery. „Tijdens de laatste training in maart deed ik nog nieuwe sprongen, het ging supergoed. Daarna ben ik thuis blijven trainen. In eerste instantie was ik enorm fanatiek omdat het EK nog gepland stond. Toen dat toernooi wegviel was het wat minder. Maar ik heb het uiteindelijk weer opgepakt, al ben ik blij dat we nu weer mogen springen. Dat heb ik gemist.” De bijbehorende spierpijn neemt ze voorlopig voor lief. „Vooral mijn benen en rug voel ik wel. Maar dat hoort erbij.”
Ook Thalissa Wijkstra, regerend Nederlands kampioene bij de jeugd, weet dat het weer even wennen is. „Het voelt best even gek. Thuis heb ik ook eentrampoline, maar die veert een stuk minder. Toen ik hier weer voor het eerst mocht springen, schoot ik zo de lucht in”, lacht Wijkstra. „Als ik weer een beetje gewend ben, ga ik weer oefeningen trainen.”