Mooij vindt het persoonlijke aspect van het coachen namelijk het meest belangrijk. “Voor niemand is de training eigenlijk hetzelfde. Het is een individuele sport en elke sporter heeft een eigen trainingsschema. Iets wat werkt bij de een, werkt minder goed bij de ander. De individuele benadering is belangrijk voor de ontwikkeling van de sporter. Wat dat betreft geef ik de sporters ook meer autonomie in de training,” zegt Mooij.
Beter worden begint bij Mooij vooral bij de mindset. “Daar was ik me daarvoor misschien wat minder bewust van. Geloof hebben in jezelf brengt je veel verder. Op zo’n manier luister ik ook naar sporters. Ook tijdens interviews. Tijdens mijn trainingen richt ik me ook op het creëren van de juiste mindset. Over hoe ze de wedstrijden aanvliegen bijvoorbeeld. Want daar zijn verschillende manieren voor, zoals bijvoorbeeld aanvallen of voorzichtig doen.”
Als het voor de ontwikkeling van zijn sporters goed is als ze naar een sportpsycholoog gaan, dan stuurt Mooij ze daar bovendien heen. “Zelf neem ik die rol niet aan. Dat wil ik ook niet. Natuurlijk help ik ze tot op een bepaalde hoogte, maar als ik denk dat er meer nodig is dan verwijs ik ze door. De springers zien mij als coach. Als ik een andere rol aanneem, dan is dat gek. Ik richt me vooral op het
coachen, met af en toe een stukje psychologie tussendoor,” lacht hij.
De PDF-versie van het artikel uit NLCoach magazine lees je hier.